Oh God

Het is donker. Ik loop over straat. Het is stil om me heen. Af en toe raast er een auto langs en ben ik weer alleen. Hier en daar ritselt de wind door de struiken, zachtjes en bijna niet waarneembaar. Maar dan ineens hoor ik dat er iemand achter me loopt.
Het eerste wat door me heen schiet, is: oh God, ik word vermoord. Dit is het einde. Ik ga eraan. Het was een fijn leven, maar het was toch leuk geweest als ik wat meer tijd had gehad. Hopelijk lezen ze mijn dagboeken niet.
Ik loop nog een tijdje door, terwijl ik nonchalant erachter probeer te komen wie de persoon is die achter me loopt. Wie weet, misschien is het een oud vrouwtje dat verdwaald is en gewoon de weg aan me wil vragen. Ik krab aan mijn oor en kijk achterom. Nee, het is een grote, enge man. Natuurlijk. Nu ga ik echt dood.
Ergens in mijn achterhoofd schuilt er een klein rationeel stemmetje dat me zegt dat het heus niks is, dat het gewoon iemand is zoals ik. Iemand die naar huis gaat, ’s avonds, in het donker. Wanneer hij dan ook nog precies dezelfde hoek omslaat als ik, wordt het stemmetje stil. Nee, dit is toch echt het einde. Hopelijk wordt het geen brute slachtpartij, maar een mooie, chique moord. Eentje waarbij ik er nog wel aardig uitzie als je al het bloed wegdenkt. Hopelijk houdt hij nog iets heel van dit t-shirt, het is net nieuw.
Ik wil me net omdraaien om de enge man te smeken me te sparen, ik ben immers nog zo jong en ik wil hem best een paar euro schenken als het hem daarom gaat, maar dan gaat hij zijn huis binnen en is hij weg. Ik haal eindelijk weer adem. Mijn fantasie is weer eens op hol geslagen.

23 gedachtes over “Oh God

  1. Goed geschreven, en herkenbaar! Mijn fantasie slaat af en toe ook helemaal op hol. “misschien is dat oude vrouwtje wel een huurmoordenaar, onder die lange jas kan ze makkelijk een of ander moordwapen verstopt hebben. En ze hebben haar natuurlijk gekozen omdat ze er zo onschuldig uitziet. Hah, daar trap ik mooi niet in!”

  2. Herkenbaar! En bij mij is het genetisch, mijn tante is een keer weggerend voor een ‘achtervolger’ die maar achterhaar aan bleef rennen en rennen en achteraf bleek het een rammeltje te zijn in haar rugtas waarvan ze dacht dat het dus iemand was.

    • Oh, ik heb exact hetzelfde meegemaakt! Ik hoorde een heel erg regelmatig getik dat me voortdurend achtervolgde, een geluid van hakjes op steen. Maar als ik sneller ging, bleef dat geluid even regelmatig en toch even dichtbij. Ik was doodsbang.
      ’t Bleek uiteindelijk mijn metronoom te zijn die in mijn rugzak zat en blijkbaar nog aan lag.

  3. Zolang ik me in mijn auto verplaats heb ik er niet zo’n last van. Maar als ik in het donker over straat moet ben ik ook altijd in de hoogste staat van paraatheid en gaat mijn fantasie met me op de loop.
    Leuk geschreven!

  4. Haha, wel spannend, zo maak je nog eens iets mee 😉 Maar ik heb het ook wel eens hoor, dat ik mezelf er van moet overtuigen dat ik dingen inbeeld die er waarschijnlijk helemaal niet zijn.

  5. Ik vind het nog knap dat jij savonds buiten loopt. Dat durf ik dus niet he. En als ik het doe, dan schijt ik in mijn broek. Monsters bestaan volgens de pappa’s en de mamma’s niet, maar ik mijn hoofd bestaan ze toch wel.

  6. Ik ben ook echt zo een angsthaas! Als ik in de avond het gevoel heb dat iemand me achtervolgt dan blijf ik lopen tot er ook iemand anders in de buurt is. Zodra dat het geval is stop ik gelijk met lopen en dan doe ik net alsof ik me veters moet strikken ofzo. En dan laat ik de gene achter me een behoorlijk stuk voorbij lopen
    WHAHAHAH!

  7. Haha. “Dit is het einde. Ik ga eraan. Het was een fijn leven, maar het was toch leuk geweest als ik wat meer tijd had gehad. Hopelijk lezen ze mijn dagboeken niet.”
    Dit is PRECIES wat ik denk ik soortgelijke situaties 😛 Misschien moeten we voor de zekerheid maar alvast een testament opzetten, met de mededelingen dat ze onze dagboeken moeten verbranden :’)

Geef een reactie op lilith8heather Reactie annuleren