The Artist’s Way van Julia Cameron

Twaalf weken lang werken aan je creativiteit. Toen ik begon aan The Artist’s Way van Julia Cameron leek het me een onmogelijk lange tijd en dacht ik dat ik er halverwege mee zou stoppen. Maar hier ben ik, drie maanden later (oké, het duurde even voordat deze post online kwam, dus het is alweer wat langer geleden dan drie maanden), met een boek waarvan de kaft een klein beetje omgevouwen is en waar geen enkele pagina er meer uitziet als toen het nog in de winkel stond. Hoewel ik dat normaal gesproken allemaal heiligschennis vind, was dit het meer dan waard.

Volgens de achterflap is het boek “een waardevolle en inmiddels wereldwijd door velen beproefde methode om (weer) in contact te komen met je eigen creativiteit”. Ik wist inderdaad al van The Artist’s Way voordat ik het in de winkel kocht, van zoektochten op het internet naar schrijftips en zelfs uit een college over creatief schrijven (jawel, er bestaan universitaire colleges over schrijven! Hoezee!). Ik was des te nieuwsgieriger naar de inhoud en ik was benieuwd of ik werkelijk mijn “creatieve blokkades”, zoals het in het boek beschreven wordt, uit de wereld zou helpen.

Laat ik eerst met dit beginnen: The Artist’s Way is een spiritueel boek. Niet het Jomanda-spiritueel waarbij je door handoplegging ineens een geniaal schilderij zal maken, maar God wordt wel een behoorlijk aantal keren genoemd en er worden nu niet bepaald wetenschappelijke bronnen aangewend. Dat kan soms in de weg zitten tijdens het lezen en het uitvoeren van de opdrachten. Gelukkig is er overheen te lezen en hoef je niet dagelijks een bidritueel uit te voeren om creatief te zijn, volgens dit boek (al mag je natuurlijk wel bidrituelen uitvoeren als je je daar prettig bij voelt).

Wat ook opvalt, is dat creativiteit en je “innerlijke stem”, zoals het genoemd wordt, verweven zijn volgens Julia Cameron. Sterker nog, je innerlijke stem, of, als je een wat meer nuchtere uitdrukking wil, je intuïtie of spontane gedachten, is je creatieve stem. Deze fluistert je in om een cursus Afrikaanse zang te volgen, ook al gaan er honden janken wanneer je met de radio mee neuriet. Cameron moedigt je aan om, middels opdrachten en oefeningen, naar deze stem te luisteren, hoe gek het allemaal ook klinkt.

In het begin was ik hier heel sceptisch over. Oké, dus als ik dagelijks een paar pagina’s volschrijf met wat ik maar wil, dan kan ik beter luisteren naar mijn gevoel en doe ik meer gekke dingen? En als ik nu een opdrachtje doe over mijn kindertijd, kom ik meer in contact met mijn “innerlijke kind”? Als je dit boek koopt en werkelijk gaat doen, hoop ik dat je voorbij al deze beweringen kunt gaan, net als ik. Door de opdrachten gewoon uit te voeren en te kijken waar ik uitkwam, merkte ik inderdaad dat ik heel veel gekke ideeën kreeg. Dat is op zich niet het vreemde, want bij mij zijn er gekke ideeën in overvloed, maar dit keer wilde ik ze ook echt uitvoeren. En dat deed ik ook. Of het ook echt aan dit boek ligt, weet ik niet, maar het is wel fijn om dat te denken.

The Artist’s Way heeft me in drie maanden tijd heel veel inspiratie gegeven, ideeën en het heeft me met mijn eigen denkwijzen geconfronteerd. Of dit me het laatste zetje geeft voordat ik de Nobelprijs voor de Literatuur win, dat is maar de vraag, maar het heeft me in ieder geval heel veel stof tot nadenken gegeven en ik heb nog nooit zoveel geschreven in mijn leven. Dat moet toch iets zeggen.

Stufi

Het is die prachtige tijd in de maand waarop iedere student wacht, dat moment waarop de bevrijding komt en alle zorgen wegvallen en het lange wachten eindelijk verlossing vindt: het storten van de studiefinanciering, kort gezegd, stufi. Stufi is niet zomaar een bedrag dat de overheid aan jou schenkt omdat je studeert, het is een way of life. Rond de 24e van elke maand krijgen we een bepaald bedrag dat we waarschijnlijk al voor de eerste dag van de volgende maand hebben opgemaakt. En dan is het crackers eten tot we weer kunnen feesten met ons welverdiende studiegeld.
Oké, zo rooskleurig is het allemaal niet. Het grootste gedeelte van mijn stufi gaat naar huur en de rest moet ik gebruiken voor mijn boodschappen. Voor ik het weet is het geld alweer verdwenen. Toch is er iets magisch aan studiefinanciering. Het is geen salaris, maar het is ook niet gratis. Het is een lening, maar niet een die je moet uitbetalen (als je het goed doet). Eigenlijk is het een ondersteuning bij het harde werken dat je doet als student, mits je een goede student bent.
Het is daarom ook jammer dat er plannen zijn om de stufi voor de masterfase af te schaffen. Dat betekent namelijk dat we met z’n allen moeten werken voor ons geld (als je niet wilt lenen) en laten we nu eerlijk zijn: daar zijn we veel te lui voor. Of ben ik dat alleen maar? In ieder geval, wanneer ik aan mijn master begin, zal ik trots zijn dat ik zover ben gekomen en mezelf hoogopgeleid mag noemen. Toch zal ik elke maand dat klein beetje extra missen. Dat schouderklopje, die goedkeurende knik, die knipoog van de overheid: stufi is dan niet meer. Ik zal het gaan missen en elke maand een minuut stilte inbouwen voor mijn verloren vriend.

Is het al vakantie?

Ik snuif de zuivere lucht in en glimlach terwijl ik naar college fiets. Het nieuwe jaar is weer begonnen en het is geweldig. Er is gewoon iets magisch aan een nieuw, leeg collegeblok en een agenda die niet gehavend is door het constante rondslepen ervan. Noem me maar een optimist, maar ik ben dol op het begin van het academisch/schooljaar. Niet alleen krijg ik weer mijn vrienden te zien, ik kan de kennis weer opsnuiven.
Oké, ik geef het toe, misschien komt het wel omdat ik heel erg weinig doe in de vakanties. Meestal verveel ik me alleen maar, terwijl ik rondschreeuw dat vakantie zo geweldig is en dat ik wou dat het langer duurde. In werkelijkheid heb ik zo’n drieduizend filmpjes op youtube gekeken en heb ik geleerd dat het best ongezond is om je kamer meer dan twee maanden niet te stoffen. Bovendien ben ik bijna vergeten hoe het is om te fietsen en doet mijn schouder altijd pijn na de eerste dag boeken dragen.
Gelukkig heb ik wel echt een leuke vakantie gehad. Misschien is het daarom maar beter dat deze weer voorbij is. Als ik alleen maar vakantie zou hebben, zou ik vergeten hoe leuk het is om weer te mogen leren en zou er niks bijzonders zijn aan al die foto’s die ik heb gemaakt op het strand en de uitjes die ik heb gemaakt.
Dan stap ik de collegezaal weer in. Het eindeloze maken van aantekeningen is weer begonnen en mijn stresshormonen ontwaken. Ik vergeet totaal mijn verveling van de afgelopen maanden en fluister tegen een studiegenoot: “Is het al vakantie?” Je weet niet wat je hebt, tot je het kwijt bent.