Een niet zo ‘epic’ en frustrerend verhaal

Het is vorige week al gebeurd, maar ik heb me nu pas over het trauma heen gezet en ik denk dat ik er nu wel over kan praten zonder in een groot gat van frustratie te vallen. Hier komt mijn fantastische verhaal, wat waarschijnlijk veel vermakelijker is als je niet een hele dag eraan hebt verspeeld.
Ik zat in de trein. Op zich is dit verhaal tot nu toe niet erg epic, zoals sommige mensen dat zouden zeggen. Maar hou je vast, vrienden, het wordt leuker. Ik zat dus in de trein en zoals op elk moment van de dag had ik honger. Dus ik ging wat eten. Het enige probleem was dat ik mijn Diana Mini (een klein analoog camera’tje dat ook luistert naar de naam: “Doet die camera het echt of is het een neppe?”) om mijn nek had hangen en ik wilde niet dat er kruimels op zouden komen. Dus deed ik het af en legde ik het kleine, lieve dingetje naast me, terwijl ik nog dacht, en onthoud dit: Ik moet wel onthouden om die straks weer om mijn nek te doen, anders laat ik het later in de trein liggen.
Plot twist: Ik liet mijn camera in de trein liggen. Zoals dat gaat in actiefilms kwam ik daar op het allerlaatste moment achter en was ik te laat, waarna ik als een ziekelijke zenuwpees naar de informatiebalie rende en het zo snel mogelijk meldde. Ik geloof niet echt in affirmaties, maar op dat moment probeerde ik mezelf eraan te herinneren dat mensen aardig en eerlijk waren in de hoop dat aardige en eerlijke mensen mijn Diana Mini zouden vinden.
Uiteindelijk werd mijn camera gevonden door een eerlijke conducteur die het – niet zo heel aardig – in Zwolle afgaf, waardoor ik dus heel gezellig naar Zwolle moest reizen om het dingetje op te halen.
Ik hoop soms dat bepaalde dingen gebeuren omdat het belangrijk is in je leven, dus natuurlijk verwachtte ik zonder twijfel dat ik de liefde van mijn leven zou ontmoeten in de trein naar Zwolle, maar helaas zat de trein vol met 1) oude mensen, 2) oude mensen met luid pratende (klein)kinderen, of 3) mensen die sliepen en dat niet heel aantrekkelijk deden.
Lang verhaal kort: ik heb viereneenhalf uur gereisd van Utrecht naar Zwolle en terug naar mijn ouderlijk huis, wat duidelijk niet in Utrecht is. Ik heb de liefde van mijn leven niet gezien, tenzij het de vrouw van de informatiebalie was die mijn Diana Mini weer terug in mijn handen bracht. De enige reden die ik tot nu toe kan bedenken waarom dit is gebeurd is omdat ik dan een blog kon typen. En omdat ik heel erg vergeetachtig ben, natuurlijk.

Dingen die ik leuk vind

Myrthe schreef in een reactie: “Ik vind je schrijfstukjes fijn, zou ook wel wat foto’s of dingen die je zelf mooi vindt willen zien.. lijkt me leuk!”

Toen ik vijftien was ben ik ooit met een groepje mensen naar binnen geslopen op een crossbaan. Het was avond en we zaten bovenaan in een bocht van de baan en we praatten en lachten en alles leek perfect. Ik weet dat ik me heel vrij voelde en jong, echt jong, alsof ik voor de eerste keer leerde wat dat woord precies inhield. Pas achteraf besefte ik me hoe mooi die avond was. De zon was onder toen ik naar huis ging (“de zon is weg” zei iemand en ik zei dat de zon er nog was, maar dat je die niet zag, net zoals gedachten er zijn, alleen niet zichtbaar. Ik was in een filosofische bui en de persoon met wie ik sprak snapte er niet zoveel van, volgens mij) en de volgende dag markeerde ik die avond op de crossbaan op mijn kalender. Het was een bijzondere dag voor mij in heel veel opzichten.
Die avond is nu vier jaar en een paar maanden geleden en sindsdien heb ik me nog veel vaker jong gevoeld, ook al word ik elke dag ouder en verwachten mensen een zekere volwassenheid van me, maar die krijgen ze niet, lekker puh. Een paar weken geleden bracht een van mijn vriendinnen mij en een andere vriendin naar het station en speelde het liedje We Are Young van Fun en ook al kan ik niet zingen en sloeg mijn stem over in de hoge stukken, moest ik van mezelf meezingen, zo hard als ik kon. En toen zongen we allemaal en we reden mensen voorbij die niet zongen en niet jong waren en ik voelde me zo gelukkig, daar, op die achterbank op weg naar het station, zo hard zingend dat mijn keel pijn deed en mijn stem niet meer klonk als de mijne.
In The perks of being a wallflower van Stephen Chbosky zit de hoofdpersoon Charlie met zijn vrienden in de auto en luisteren ze ook naar muziek. De laatste zin van het hoofdstuk is: “And in that moment, I swear we were infinite”. Ik weet dat die zin inmiddels is overgenomen, gekaapt en vermoord door mensen die misschien het boek niet eens hebben gelezen, maar in die auto wist ik wat Charlie ermee bedoelde. Ik voelde me jong, oneindig, onoverwinnelijk en zo gelukkig dat ik er verdrietig van werd.

Ik weet dat dit geen foto’s zijn van wat ik leuk vind, maar ik moest eraan denken toen ik de reactie las en in feite is het iets wat ik heel erg leuk vind. Hier heb je een foto (die ik persoonlijk best mooi vind) om het goed te maken:

In beeld: begrijpend leven

Soms, als ik een foto maak en het er zo mooi mogelijk uit wil laten zien, probeer ik in mijn achterhoofd te houden dat dat het leven niet is. Of tenminste, niet het mijne. Mijn leven is niet gepolijst en mooi belicht, het is een serie vage, onsamenhangende beelden waar ik doorheen loop en waar ik maar iets van moet maken. Soms staan er bepaalde mensen of zaken in beeld die ik er niet bij wil hebben, maar dat is nu eenmaal het plaatje.
Ik ben geen fotograaf (en als ik er een was, zou ik geen goede zijn). Ik maak plaatjes omdat ik wil zien hoe iets was. Hoe ik iets zag. De foto hierboven beeldt dat precies af. Dat ene moment. De warmte op mijn huid. Mijn vader die voor een deel op de foto staat. Dat is mijn leven. Vaag, vreemd en onbegrijpelijk, maar wat is het uitzicht toch mooi.

In beeld: treinen

Zoals ik al eens eerder heb gezegd, ik houd van treinen. Ik houd ervan om mijn medereizigers te observeren en te raden waar ze heen gaan of waar ze op dat moment aan denken. Ik houd ervan uit het raam te kijken en het landschap aan me voorbij te zien trekken. Ik houd van de Jongens met Harde Muziek, de Meisjes met Starbucks en de Rare Mannen die Ruiken. Ik houd van de stiltecoupé, zeker wanneer iedereen zich aan de letterlijk stilzwijgende afspraak houdt. Ik houd ervan de treinen van een afstandje te zien rijden. Bovenal houd ik ervan uit de trein te stappen en aan te komen op mijn bestemming; het is namelijk altijd een plek waar ik om een of andere reden om geef. De trein brengt me thuis of op zijn minst naar vrienden, die eigenlijk ook thuis betekenen.