Gekmakende gedachten

Door mijn nieuwe, wetenschappelijk geteste slaap-waakritme van laat slapen, laat waken (de wetenschappelijke testen waren overigens niet zo positief), heeft mijn brein de nieuwe gewoonte opgepakt om ’s avonds laat dingen te gaan overdenken. Niet over dingen die echt belangrijk zijn, zoals mijn favoriete theesmaak en wat ik de volgende dag voor ontbijt zal nemen, maar onderwerpen die werkelijk nergens op slaan.

Bijvoorbeeld: wat als stotterende mensen gewoon een storing in de Matrix zijn? Of: waarom dragen we niet allemaal gewoon pyjama’s in het dagelijks leven? Of: is er een plek waar mensen heen kunnen gaan om gewoon even een hond of kat te knuffelen?

Je snapt het. ’s Avonds laat valt er een barrière weg die mijn hersenen de hele dag omhoog hebben gehouden om te voorkomen dat ik gekmakende gedachten heb. Misschien komt het doordat ik moe ben, misschien omdat het onmogelijk is om de gekte zo lang binnen te houden. In ieder geval is het een feit dat ik vaak midden in de nacht naar het plafond lig te staren en me afvraag hoeveel mieren er precies zijn.

Je zou zeggen dat de oplossing is om vroeger naar bed te gaan, maar niets is minder waar, trouwe lezer. Dat zorgt er alleen voor dat ik langer de tijd heb voordat ik in slaap val. De enige manier om er mee om te gaan, dus, is om het te delen met mensen en te hopen dat ik niet wordt opgesloten in een kliniek.

Adviezen van mensen die niet weten dat ze advies geven

Soms krijg je advies, recht in je gezicht, zonder strikje eromheen of een leuk praatje erbij. Dat is het soort advies wat je maar moet slikken, hoe confronterend het ook is. Maar soms, heel soms, zitten er juweeltjes tussen de zinnen die mensen uitspreken en blijk je die uitspraken toe te kunnen passen op heel veel aspecten van het leven. Dat is het soort advies wat je uit mag pakken en waarbij je vervolgens een tijdje met het bubbeltjesplastic mag spelen.

Een voorbeeld. Bij mijn tandarts is het de bedoeling dat je rond je achttiende daarheen gaat voor je laatste instructies over tanden poetsen (ja, je zou denken dat je die eerder zou moeten krijgen, maar anders verdient de tandarts ook niks, gok ik). De assistente gaf me zo’n gekleurd snoepje waardoor ik de rest van de dag mijn mond niet open wilde doen. Vervolgen vertelde ze me hoe ik moest poetsen. Onder die en die hoek, zo lang hier en niet de hoektanden vergeten. Toen zei ze iets heel moois: “Als je ergens poetst en het voelt pijnlijk bij je tandvlees, moet je even wat harder poetsen. Dan poets je de bacteriën weg”.

Het was onbedoeld levensadvies. Als iets pijnlijk is of moeilijk, ontwijk het niet, maar ga er recht doorheen. Dan los je het meestal veel sneller op en kan het niet erger worden. Ik glimlachte naar de assistente alsof we een moment hadden samen, maar ze had het niet door en vertelde me dat ik moest flossen.

Een ander voorbeeld van levensadvies kwam van mijn rijlesinstructeur. Ik had al een behoorlijk aantal lessen gehad, maar ik raakte gefrustreerd, omdat het leek alsof ik achteruit ging. Hij vertelde me: “Ik maak het elke keer moeilijker voor je. Daardoor lijkt het alsof het niet goed gaat, maar dat is juist omdat je aan het leren bent”.

En zo werkt het ook in het leven. Vaak zijn het op de momenten dat je het gevoel hebt dat niks lukt en alles moeilijk is, dat je heel veel dingen leert. Natuurlijk raak je gefrustreerd, maar als je opgeeft, kun je later weer helemaal opnieuw beginnen. Ook hier is het dus een kwestie van doorzetten en als je dan terug kijkt op wat je hebt gedaan, kun je behoorlijk tevreden zijn (zoals ik toen ik mijn rijbewijs haalde).

Wat is de moraal van dit verhaal? Houd je oren open, blijf goed opletten en misschien geeft je buschauffeur je nog een goed advies waar je de rest van je leven profijt van hebt.

Einde bericht

Normaal kom je op mijn blog om iets te lezen. Om vermaakt te worden. Je krijgt de woorden toegegeven, alsof jij de baby bent en ik je het papje voer. Hier zijn wat vragen om over na te denken.

Doe je nu echt wat je wilt?

Als je geld/tijd/moed/de juiste omstandigheden had, wat zou je dan op dit moment doen?

Ben je hier omdat je het leuk vindt, of omdat je iets probeert te vermijden?

De laatste tijd pas ik deze vragen toe terwijl ik bezig ben met het internet af te struinen en steeds vaker kom ik tot de conclusie dat: 1) nee, ik doe dan niet wat ik wil; 2) het in ieder geval niet internetten is en; 3) ik heel vaak iets probeer te vermijden (laten we eerlijk zijn, dat is voornamelijk studiewerk en de afwas, die zich dan ook tezamen enorm opstapelen gedurende de week. Letterlijk).

Ik vind het prima als jij het prima vindt dat je op dit moment niet doet wat je echt, echt zou willen of dat je je gewoon verveelt. Als jij daarmee kunt leven, wie ben ik dan om daar iets van te zeggen? Maar als je het niet zo cool vindt van jezelf: ga gewoon doen wat je zou moeten/willen doen.

Mijn punt is: misschien heb je geen tijd omdat je die vult met nutteloze dingen. Zoals mijn blog. Al is mijn blog natuurlijk wel erg fantabuleus.

Ik ben heel slecht in titels verzinnen dus hier moet je het maar mee doen

Drie uur ’s nachts. We zitten op een bankje van een restaurant dat allang gesloten is. Ik probeerde bij te houden hoeveel dronken studenten er langs ons hebben gelopen, maar ik ben de tel kwijtgeraakt. We praten; over de cocktails die we hebben gedronken – de piña colada is unaniem verkozen tot favoriet – en de mensen die we hebben gezien in de discotheek waar we net vandaan kwamen. Er hangt een vreemd soort rust over de stad, die ondergedompeld is in lantaarnlicht. Het is een rust met een belofte. Alles kan gebeuren.

We praten verder, maar niet over dingen die je zou verwachten. We hebben het over onze levens en wat we ermee willen (we weten het niet), met wie we onze levens willen doorbrengen (we weten het niet) en hoe we het willen leven (we weten het gewoon echt niet). Hoe dieper de nacht wordt, des te dieper wordt ons gesprek. Een meisje vraagt ons waar ze als niet-student uit kan gaan. Donderdag is een slechte dag om geen student te zijn, zeker in Utrecht. We wijzen haar de weg, ook al weten we het zelf eigenlijk ook niet precies.

Wanneer ik in bed lig, suist de avond nog na. Ik probeer alles te onthouden, voor wanneer ik oud ben, vertel ik mezelf. Ik weet, ooit zal ik terugdenken aan deze tijd en dan zal ik weten hoe ongewoon en speciaal dit leven is, hoe bevoorrecht ik ben om het zo te mogen leiden, hoe veilig ik ben en wat een prachtige momenten er in razendsnel tempo voorbij flitsen. Voor ik het weet, is dit allemaal over, dat weet ik. Maar ik ben het gezicht van het meisje dat geen student was al vergeten, en alle dronken studenten zijn schimmen en ik weet al niet meer welke muziek er gedraaid werd of hoe de piña colada precies smaakte. Is dat belangrijk?

En dan schrijf ik deze woorden en zie ik het meisje precies voor me. Dit is niet hoe ze er echt uitzag. Maakt dat uit? Ik weet nog precies hoe ik me voelde, daar, op dat bankje, terwijl mijn armen steeds kouder werden en de pieptoon in mijn oren steeds zachter. Compleet vrij en gelukkig. Dat maakt uit. Dat is de herinnering.

De innerlijke dialoog

Ik ben niet het soort persoon dat in zichzelf loopt te praten en daar ben ik blij om, want mijn innerlijke dialogen zijn al raar zat.

Bewijsstuk A: Ik in het openbaar vervoer.
Laten er alsjeblieft geen mensen bij de volgende halte staan, dan rijdt de bus gewoon door en dan ben ik op tijd, alsjeblieft alsjeblieft.
Weet je, als je zo denkt, stopt de bus waarschijnlijk wel en dan is het allemaal rotter.
Ja natuurlijk, de bus stopt omdat ik denk aan dat de bus stopt? Kom op zeg.
Ha, zie je wel! De bus stopt. Ik zei het toch?
Dus al die mensen hebben op een of andere manier gehoord dat ik hoopte dat de bus niet zou stoppen en gingen daarom snel allemaal bij de halte staan, simpelweg om te laten zien dat als ik hoop dat er iets niet gebeurt, dat het dan juist wel gebeurt?

Dat dacht ik al.

Bewijsstuk B: Ik in de winkel.
Dit is een leuk shirt!
Dat staat je niet.
Waarom niet? Dat klinkt heel onzeker en ik wil geen onzeker persoon zijn. Hier, ik ga het gewoon passen.
Doe het niet. Je weet dat je dan gaat zeuren over die paaseieren die je laatst hebt gegeten.
Ik ben veranderd, nu doe ik dat soort dingen niet meer. Oké, ik trek het nu aan.
En?
Oh mijn God. Wat is dit?
Nou?
Ik geloof niet dat dit ooit iemand zou staan.
Het staat alle modellen en dat ene meisje dat je net in de winkel zag staan.
Ik had die paaseieren niet moeten eten.
Dat zei ik je toch al? Je lijkt zelf net een paasei.
Haha, dat was grappig! Waarom kijkt het winkelmeisje me zo raar aan?
Ik was aan het lachen. Oké, trek snel uit, voordat je weer plannen gaat maken om nooit meer…
Ik eet nooit meer snoep.
Ik vraag me af hoeveel uur je het dit keer volhoudt.

Trek je eigen conclusies maar. Ik neem aan dat ik een goed studie-object zou zijn voor de psychologie.

Blogonzekerheden

Zoals je misschien al had gemerkt, plaats ik elke twee dagen een blogpost. Het komt wel eens voor dat ik enorm veel inspiratie heb en op één dag voor een maand lang blogposts eruit spuw. Helaas komt het niet altijd voor en ben ik de avond ervoor nog aan het schrijven. Op dit soort momenten spelen de onzekerheden op.
Wat als dit helemaal niet leuk genoeg is? Zouden mijn bezoekers dat tegen me zeggen? Oh nee, straks ben ik al een hele tijd niet leuk genoeg meer! Straks verlaten ze allemaal mijn blog en lachen ze me uit om mijn hersenspinsels! Misschien doen ze dat nu al!
Is dit eigenlijk wel grappig genoeg? Soms schrijf ik iets waar ik zelf om moet gniffelen, maar mezelf kennende is dat eigenlijk helemaal niet zo hilarisch als dat ik het zelf vind. De kans is zelfs groot dat een klein grapje onopgemerkt het archief in verdwijnt. Straks vinden ze me eigenlijk gewoon heel erg flauw en irritant.
Waarom lezen al die mensen mijn blog eigenlijk? Was is er zo speciaal aan mij? Misschien ben ik helemaal niet speciaal. Misschien lezen mensen het gewoon omdat ze zich vervelen en geen zin hebben om tijd te investeren in iets waar ze over na moeten denken. Wacht. Ben ik te laagdrempelig? Laat ik mensen nooit nadenken? Misschien moet ik iets filosofisch doen, laten zien dat ik slim ben!
Misschien moet ik gewoon mijn hoofd uitzetten en gaan typen, want dan komt er altijd wel wat.