In beeld: kabouters in Utrecht

Ik had dus ooit, in een internetvrije week, foto’s gemaakt van graffiti, omdat: 1) graffiti interessant is, 2) het heel mooi kan zijn en 3) ik stiekem wel graffiti-artiest zou willen zijn. Het mannetje hierboven is inderdaad een kabouter, nee, KBTR. De kabouters zijn overal in de stad wel te vinden. Ik vind het leuk om te zoeken en er zijn blijkbaar meer mensen die er aandacht voor hebben, gezien de artikelen die erover te vinden zijn.
En nu ga ik verder dromen over een leven als graffiti-artiest, waarin ik ook bijzondere dingen maak waar iedereen meer van wil weten.

Ik ben heel slecht in titels verzinnen dus hier moet je het maar mee doen

Drie uur ’s nachts. We zitten op een bankje van een restaurant dat allang gesloten is. Ik probeerde bij te houden hoeveel dronken studenten er langs ons hebben gelopen, maar ik ben de tel kwijtgeraakt. We praten; over de cocktails die we hebben gedronken – de piña colada is unaniem verkozen tot favoriet – en de mensen die we hebben gezien in de discotheek waar we net vandaan kwamen. Er hangt een vreemd soort rust over de stad, die ondergedompeld is in lantaarnlicht. Het is een rust met een belofte. Alles kan gebeuren.

We praten verder, maar niet over dingen die je zou verwachten. We hebben het over onze levens en wat we ermee willen (we weten het niet), met wie we onze levens willen doorbrengen (we weten het niet) en hoe we het willen leven (we weten het gewoon echt niet). Hoe dieper de nacht wordt, des te dieper wordt ons gesprek. Een meisje vraagt ons waar ze als niet-student uit kan gaan. Donderdag is een slechte dag om geen student te zijn, zeker in Utrecht. We wijzen haar de weg, ook al weten we het zelf eigenlijk ook niet precies.

Wanneer ik in bed lig, suist de avond nog na. Ik probeer alles te onthouden, voor wanneer ik oud ben, vertel ik mezelf. Ik weet, ooit zal ik terugdenken aan deze tijd en dan zal ik weten hoe ongewoon en speciaal dit leven is, hoe bevoorrecht ik ben om het zo te mogen leiden, hoe veilig ik ben en wat een prachtige momenten er in razendsnel tempo voorbij flitsen. Voor ik het weet, is dit allemaal over, dat weet ik. Maar ik ben het gezicht van het meisje dat geen student was al vergeten, en alle dronken studenten zijn schimmen en ik weet al niet meer welke muziek er gedraaid werd of hoe de piña colada precies smaakte. Is dat belangrijk?

En dan schrijf ik deze woorden en zie ik het meisje precies voor me. Dit is niet hoe ze er echt uitzag. Maakt dat uit? Ik weet nog precies hoe ik me voelde, daar, op dat bankje, terwijl mijn armen steeds kouder werden en de pieptoon in mijn oren steeds zachter. Compleet vrij en gelukkig. Dat maakt uit. Dat is de herinnering.

Seksverhalen

Ik woon vrij dicht bij de beruchte ‘hoerenboten’, de woonboten waar iedereen die geld betaalt naar binnen kan voor wat ze maar willen (tenminste, zo zie ik het voor me). Ik fiets er regelmatig langs en altijd kijk ik er vol fascinatie naar. Het is er nooit stil of leeg. Ik heb nog nooit meegemaakt dat er geen auto’s rijden en eens in de zoveel tijd zie ik een zakenman uit een van de boten komen. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is en misschien is dat het ook.

Soms zit ik in de bus en speel ik het spelletje ‘wie ben jij en wat is jouw verhaal?’, waarbij ik me probeer voor te stellen hoeveel verschillende mensen met verschillende achtergronden er nu bij elkaar zitten. Soms vergeet ik wel eens dat iedereen om mij heen heel complex is en veel meer is dan ik op dat moment zie. Het spelletje wordt nog veel leuker bij prostituees, die ongetwijfeld van alles hebben gezien en meegemaakt. Ik wed dat ze hele boeken zouden kunnen vullen met hun ervaringen en dat die boeken ook nog eens zeer goed verkocht kunnen worden.

Om een of andere reden krijg ik altijd veel verhalen te horen. Ik hoor veel mooie, vreemde en zielige dingen. De leukste soort verhalen (behalve dan de heel gênante, die staat ook wel bovenaan mijn lijstje met leuke dingen in het leven) zijn seksverhalen. Het is niet eens vanuit een perverse interesse en ik hoef ook lang niet alle details te weten. Het tegenovergestelde.

Ik hou van seksverhalen waarbij alles fout gaat. Waarbij mensen hun hoofden stoten, per ongeluk scheetjes laten of zich pijn doen bij lichaamsdelen waar je toch echt geen pijn wilt. Dat zijn de allermooiste verhalen, niet alleen omdat ze heel vaak grappig zijn, maar ook omdat ze het idee dat romantische komedies erin hebben gestampt helemaal afbreken. Geloof het of niet, seks is niet perfect belicht met alleen maar mooie mensen en er gaat best wel wat fout. En dat is lachen. Tenminste, als je het van andere mensen hoort.

En zo fiets ik langs de hoerenboten, benieuwd naar hun seksverhalen. Het is als het fietsen langs een schatkist die ik niet kan openen.

 

In beeld: alles kapot

In de week dat ik zonder internet, televisie en boeken door het leven ging, besloot ik op een dag om een rondje door Utrecht te fietsen en zoveel mogelijk graffiti te vinden en op de foto te zetten. Voor iedereen die nog nooit in Utrecht is geweest: dit is geen moeilijke opdracht. Overal door de stad is er op de muur geklad, getekend en geschreven. Het ene mooier dan de ander. Maar deze hierboven, daar heb ik toch de meeste vragen bij. Waarom de smileys? Wat kapot? Is het al kapot of moet het kapot? Genoeg om over na te denken, bij een muurtje ergens midden in de stad.

 

Daag me uit: Monopoly deel 4

Een tijdje geleden vroeg ik jullie hier om uitdagingen. Gek, vreemd, grappig, leuk, het maakte allemaal niet uit. Zo gaf Desi mij de opdracht om de straten van het Monopoly-spel op te zoeken. Om alle straten in één keer op te zoeken, bleek na een korte blik op het bordspel al onmogelijk, dus deze uitdaging komt in verschillende delen. Nu deel 4: Utrecht.

Je zou denken dat, aangezien we toch zeker heel vaak in Utrecht te vinden zijn (misschien omdat ik er woon), we de straten met gemak zouden vinden. Maar nee, het blijkt dat zowel ik als Marcella het richtingsgevoel van een walnoot hebben. Ik ben eerlijk gezegd al blij als ik de weg van mijn kamertje naar de universiteit weer weet te vinden.

Vooral het vinden van de Bilstraat viel ons zwaar. Uiteindelijk besloten we maar de bus te nemen (waarnaartoe wisten we niet) en het de buschauffeur te vragen. Uiteindelijk bleek dat we wel wisten waar de Biltstraat lag. We wisten gewoon niet dat het zo heette.

En zo vonden onze helden de straten in een recordtijd. Maar voor zij het wisten, bevonden ze zich in de volgende stad met een nieuwe zoektocht! Hebben onze helden alle straten gevonden? In welke stad hebben ze deze keer de Monopoly-mysteries opgelost? Dat zie je de volgende keer!

In het hart van Nederland



Utrecht. Hoewel ik er slechts een jaar woon, voelt het alsof ik er al mijn hele leven rondloop (op het feit na dat ik mensen nooit de weg kan wijzen, omdat ik bijna geen enkele straat uit mijn hoofd ken). Iedere stad heeft een eigen sfeer en niet iedereen voelt zich overal op zijn of haar gemak, maar als ik Utrecht loopt, voelt het alsof ik thuis ben. De gezelligheid, de terrasjes aan de gracht en het mooie, oude gebouwen maken het altijd leuk om er even rond te lopen. Daarnaast bevindt mijn universiteit zich precies in het centrum en kan ik opscheppen dat ik bijna dagelijks onder de Dom door loop of fiets. Het is mijn ideale studeerstad en ik ben blij dat ik voor Utrecht heb gekozen.

Wat is jouw favoriete stad?